Door de jaren heen zijn er veel situaties aan de rechter voorgelegd, waarbij werd verzocht een ander te veroordelen tot vergoeding van de door het ‘slachtoffer’ van het ongeluk geleden schade. Kort samengevat is de vraag dan of de ander onrechtmatig heeft gehandeld waardoor de schade is geleden of dat de ander juist geen verwijt te maken is. Regelmatig worden de vorderingen tot schadevergoeding afgewezen en wordt daarbij aangegeven dat de betreffende situatie valt onder de categorie ‘ongelukkige samenloop van omstandigheden’.
Er loopt een dunne scheidslijn tussen de gevallen waarbij wordt geoordeeld dat onrechtmatig gehandeld is en de situaties waarbij sprake is van een ongelukkige samenloop van omstandigheden. Onder meer wordt door de rechter gekeken naar de mate van waarschijnlijkheid van een ongeval, de kans van het daadwerkelijk oplopen van letsel, de getroffen voorzorgsmaatregelen en de kennis die de mogelijke veroorzaker had of moest hebben van het mogelijke gevaar. Velen zullen zich een ongeluk schrikken bij het horen van al deze termen, maar gelukkig zijn inmiddels diverse rechterlijke uitspraken voorhanden waarin dit duidelijker wordt.
Eén van de bekendste uitspraken hierover is het ‘verhuizende zusjes arrest’. In deze zaak besloot een vrouw haar zus te helpen bij een verhuizing. Bij het naar beneden brengen van de kast gaat het echter mis. Op de trap draaide de verhuizende zus de kast en verloor daarbij haar evenwicht, met als gevolg dat de kast bij beide zussen uit handen viel en de helpende zus bekneld raakte tussen kast en muur. Uiteindelijk moest zij haar onderarm laten amputeren naar aanleiding van dit ongeval. Dat het draaien van de kast op de trap een reëel gevaar deed ontstaan, maakte het ongeval nog niet zodanig waarschijnlijk dat de verhuizende zus zich daarvan had behoren te onthouden. Volgens de Hoge Raad was (alleen) sprake van een ongelukkige samenloop van omstandigheden.
In 1986 werd door de Hoge Raad ook al geoordeeld dat een man die zijn collega een vriendschappelijke duw gaf waardoor deze ten val kwam en letsel op liep niet aansprakelijk was, maar dat sprake was van een ongelukkige samenloop van omstandigheden. Bij een man die een stoel net heeft verschoven waar een collega net op wil gaan zitten, waardoor deze valt en letsel oploopt volgde een zelfde oordeel.
Dit was eveneens het geval in een situatie waarbij een vrouw die zonder te kijken achteruit een bus uitstapt, vervolgens tegen een andere vrouw aanbotst waardoor deze ten val komt en haar heup breekt. Hierbij oordeelde Hoge Raad dat het handelen van de vrouw slechts onrechtmatig zou zijn geweest indien zij door de stap achteruit te zetten zonder eerst om te kijken, meer risico nam dan redelijkerwijs verantwoord was.
In 2003 oordeelde het Gerechtshof ’s-Gravenhage dat sprake was van een ongelukkige samenloop van omstandigheden bij een situatie waar een bezoeker van attractiepark Duinrell in een zwembad met zijn hoofd tegen de bovenkant van een buis botste en daarbij een partiële dwarslaesie opliep. Dit gebeurde doordat de man de precieze locatie van de toegangsbuis onjuist inschatte. Volgens het Gerechtshof had Duinrell voldoende veiligheidsmaatregelen genomen. Dat Duinrell na het ongeval extra maatregelen nam om soortgelijke incidenten daarna te voorkomen deed daar niet aan af.
Dat de kennis van betrokkenen bij de beoordeling of sprake is van onrechtmatig handelen of van een ongelukkige samenloop van omstandigheden een belangrijke rol speelt blijkt uit het ‘afgewaaide surfplank arrest’. In deze kwestie had een man zijn surfplank even op een auto gelegd en waaide surfplank vervolgens van de auto af en een ander persoon raakte die letsel opliep. De Hoge Raad oordeelde dat de man zich als leek op meteorologisch gebied niet bewust hoefde te zijn van dreigend gevaar van afwaaien van een los op een auto liggende surfplank. Men hoeft geen ook geen voorzorgsmaatregelen te treffen, indien men niet weet en ook geen redenen heeft om aan te nemen dat enig gevaar dreigt.
Aangezien de scheidslijn tussen het bestaan van aansprakelijkheid en het (enkel) sprake zijn van een ongelukkige samenloop van omstandigheden erg dun is zijn er ook veel uitspraken te vinden die lijken op de hiervoor genoemde situaties, maar waarbij uiteindelijk wél aansprakelijkheid wordt aangenomen. Dit kan te maken hebben met de kennis die betrokkenen hebben of horen te hebben, een gebrek aan voorzorgsmaatregelen, de voorzienbaarheid van een ongeval of de schending van zorgvuldigheidsnormen. Dit alles hangt dus af van de omstandigheden van het geval.
Indien u schade heeft geleden als gevolg van een ongeluk waarbij u van mening bent dat een ander aansprakelijk is, of wordt u juist door iemand aansprakelijk gesteld voor schade waarbij u van mening bent dat ‘slechts’ sprake is van een ongelukkige samenloop van omstandigheden kunt u uiteraard contact met ons opnemen voor een eerste kennismakingsgesprek waarin u de situatie aan ons voorlegt en wij u van advies voorzien.
Dit is eerste gesprek is geheel vrijblijvend, dat is dan weer een geluk bij een ongeluk!